Royal Netherlands Meteorological Institute

08/02/2024 | News release | Distributed by Public on 08/01/2024 23:43

Zo veranderen weerextremen in Nederland

Extreme buien

De opwarming gaat samen met een toename van waterdamp in de atmosfeer. Daardoor zien we een duidelijke trend naar grotere, intensere buien terug in de metingen. Afbeelding 2 laat zien dat in de laatste 20 jaar de kans op grotere neerslaghoeveelheden in een uur sterk is toegenomen. De nieuwe fijnmazige klimaatmodellen die voor de KNMI'23 scenario's zijn gebruikt, bevestigen dit. Ze kunnen individuele zomerbuien veel beter berekenen dan de vorige generatie en laten zien dat het aantal lichte zomerbuien afneemt in de toekomst, terwijl het aantal zware buien met extreme neerslag juist toeneemt.

Mogelijke veranderingen in onweer, hagel en windstoten tijdens zomerbuien zijn nog niet goed aan te geven. Recent onderzoek laat zien dat de trends hierin namelijk veel onzekerder zijn dan eerder gedacht. Mogelijk worden de grootste hagelstenen groter en worden windstoten en valwinden bij buien sterker. Of het in Nederland ook vaker gaat bliksemen, is onzeker.

Kou

Niet alle extremen komen vaker voor in het klimaat van de toekomst: zo neemt het aantal dagen met koude extremen af door klimaatverandering. De temperatuur op deze dagen stijgt zelfs sneller dan de gemiddelde temperatuur in Nederland. De lucht op de koudste winterdagen komt namelijk meestal uit Noord-Europa, de regio waar de temperatuur in de winter het meeste toeneemt. Ook hebben we in de winter steeds minder vaak koude oostelijke windrichtingen, maar vaker zuidwestelijke windrichtingen met aanvoer van relatief warme lucht.

In de periode 1991-2020 bleef de temperatuur in De Bilt gemiddeld zo'n zes dagen per jaar de gehele dag onder het vriespunt. Dit noemen we een ijsdag. Afbeelding 3 laat zien dat het aantal ijsdagen eerst is toegenomen tussen 1920 en 1960 en daarna geleidelijk weer is afgenomen. In de periode tussen 1940 en 1970 hadden we vaker oostenwind en daardoor ook vaker ijsdagen. Sindsdien is het aantal dagen met oostenwind afgenomen en de temperatuur gemiddeld gestegen, waardoor het aantal ijsdagen in De Bilt is afgenomen. In 2050 zal dit aantal mogelijk verder zijn afgenomen naar tussen de drie en vier dagen, in 2100 mogelijk tot minder dan één.

Stormen en stormvloeden

Ook stormen worden vaak in verband gebracht met klimaatverandering. Toch blijkt klimaatverandering in Nederland voor zover bekend weinig invloed te hebben op hoge windsnelheid in Nederland. De natuurlijke variatie in stormen is zo groot, dat een mogelijke trend hier al snel in verdwijnt. Krachtige wind uit westelijke richtingen zorgt aan de Nederlandse kust voor hoogwater. De kans op hoge stormvloeden neemt toe door zeespiegelstijging, maar dus niet doordat de kans op hoge windsnelheden toe zou nemen.

Veranderende risico's

Het KNMI zet zich in om de weerextremen van de toekomst beter in kaart te brengen. Het zijn namelijk juist de uitersten en niet de gemiddelden die overlast en schade veroorzaken en klimaatverandering vergroot deze risico's. In het Early Warning Centre werken we hard om tijdig te waarschuwen voor gevaarlijk weer zodat overlast en schade zoveel mogelijk beperkt kunnen worden.

KNMI-klimaatbericht door Lone Mokkenstorm